Vakjurylid dr.ir. Sabine Jansen:
‘Actief meedenken over concreet probleem’

Vakjurylid Sabine Jansen, assistent-professor toekomstbestendige buurt-energiesystemen aan de faculteit Architectuur & De gebouwde omgeving aan de TU Delft, heeft hoge verwachtingen van de inzendingen die na 3 december worden gepresenteerd aan haar en haar jurycollega’s.

“Daarom wilde ik ook graag deelnemen aan de vakjury. Ik zit midden in onderzoeken naar de energietransitie en alternatieven, waarvan er veel uitgaan van wijkaanpakken, -oplossingen en collectieve warmte op allerlei temperatuurniveaus. Er lijken nog niet veel oplossingen op woningniveau te zijn. Ik ben dus benieuwd waar mensen mee komen. De toepassing is relevant, omdat de wijkaanpak nog niet overal komt. Een oplossing per woning kan ook geschikt zijn voor koopwoningen. Met goede oplossingen kun je natuurlijk ook een hele wijk uitrusten met individuele systemen. Het hoeft voor mij niet per se collectief. Soms heeft een individuele oplossing voordelen, en individueel is makkelijker faseerbaar.”

Ze onderkent de opgave die Nederland wacht: “We zijn nog niet zover met de transitie. Er zijn wijken die pas over vijftien jaar aan de beurt zijn. Voor individuele of kleine plukjes woningen die nu al iets willen of ‘moeten’ – lees, de ketel vervangen – is De WarmteWissel al interessant. Als ik op verjaardagen vertel wat mijn werk is, krijg ik steevast de vraag: ‘Mijn ketel moet vervangen. Wat moet ik nou doen?’ Mijn eerste vraag is dan of ze al hebben geïsoleerd, zo niet, dan zijn er hybride opties. Als uit dit project mooie oplossingen komen, ga ik die op elke verjaardag aanbevelen.”

Techniekcombinaties
Sabine vindt De WarmteWissel “een hele concrete en reële vraag. Ik hoop echt dat er iets uitkomt dat ik nog niet ken zonder hele grote haken en ogen. Nu zitten er woningcorporaties achter voor grootschalige toepassing; dat kan zorgen voor betere prijzen en haalbaarheid.”

Ze heeft inmiddels met haar mede-juryleden per Skype overlegd: “Wat ik belangrijk vind, is het criterium duurzaamheid. Omdat het juist gaat om de komende vijftien jaar, zijn niet per se alle elektrische opties duurzaam omdat elektriciteit honderd procent duurzaam zou worden opgewekt. Dat vind ik te gemakkelijk. Ook kijk ik naar CO2-vermindering, naar de relatie met het afgiftesysteem in de woning en de directe haalbaarheid ervan. Mijn beoordeling is dus vanuit duurzaamheid en techniek; de kosten laat ik aan iemand anders over.” In de uitvraag is de isolatiewaarde een gegeven “waarbij al best veel mogelijk is. Andere corporaties zijn nog bezig met de isolatie-uitdaging. Bij sommige opties is misschien door extra isolatie te koppelen aan een wat lager vermogen, net wat meer mogelijk te maken. Daarin zou nog een betere oplossing te vinden kunnen zijn.”

Sabine speculeert over wat ze kan verwachten: “De warmtepomp gaat al efficiënt met energie om. Ik verwacht dus varianten daarop, wellicht in combinatie met afgezogen lucht en buitenlucht, zon en wind als bronnen die maximaal te benutten zijn. Die ontwikkelingen zijn nog nieuw. Hopelijk zit er iets met opslag bij, wellicht met PCM’s (Phase Change Materials, materialen waarvan de faseverandering wordt gebruikt om warmte op te slaan en af te geven – red.) om te benutten als het kouder is. Of combinaties met bijvoorbeeld zonnepanelen en echt elektrische oplossingen, zoals boilers en infrarood, die nog te veel elektriciteit vragen. Ik hoop op nieuwe combinaties die ik nog niet ken.” Daarmee sluit haar jurytaak aan bij haar dagelijkse werk, besluit Sabine: “Je krijgt een goed beeld van wat er in de markt is. Die zie je op bouwbeurzen en zo, maar nu vraag je mensen actief mee te denken over een concreet probleem.”